Van de evenaar tot aan de polen,
van de hete woestijnen tot het eeuwige ijs,
ze zijn in de diepzee doorgedrongen en
raken in hun vlucht over de hoogste bergen,
alle landschappen hebben ze veroverd,
ze leven in duistere holen, onvervaard,
tussen de aardkluiten en in zoute meren,
ze hebben zich genesteld onder de schubben,
ze parasiteren tussen de veren en in de vachten
ze vreten aan het spek, boren in hout,
ze groeien, woekeren, hechten zich vast,
slingeren, klimmen, ze lopen en springen,
hangen, vliegen, zweven, zeilen, zwemmen,
ze zien, ruiken, horen, proeven, tasten, speuren,
wat de woorden in een gedicht allemaal kunnen!
Ode aan de organismen - Mark van Tongele (Uit : Ochtendrood en co)