Weer een liefde ten einde, als een goed citrusseizoen
of een periode van opgravingen waarbij uit de diepte
ontroerde dingen zijn opgehaald die liever waren vergeten.
Weer een liefde ten einde. En zoals wanneer een groot
huis is gesloopt en het puin afgevoerd, zo sta je op de lege
vierkante bouwplaats en je zegt: wat was dat een klein
stukje grond, waar dat huis op stond
met al die verdiepingen en mensen.
En heel uit de verte van de dalen komt het geluid
van één enkele tractor aan het werk,
en heel uit de verte van vroeger het getik
van een vork die, op een porseleinen bord, voor het kind
eigeel met suiker roert en schuimig klopt
en tikt en tikt.
Weer een liefde ten einde - Yehuda Amichai (Uit : Een grote rust)