Dan vielen we maar. De eerste kus kende geen angst.
Vijf verdiepingen hoog, hangend uit elk een raam.
Daar ging mijn bril, mijn sjaal, erna mijn tas en dan
zachtjes wij, zo licht dat het nauwelijks vallen was.
Onaangedaan een tweede kus begon ik af te tellen
naar een veranderlijk hoeveel nog te gaan.
Onoverzichtelijk is elke blilk er eentje minder,
elke nacht alleen er een van ons verspild,
til ik ons met elke streling dichter naar een eind.
Ontval je me nog voor we samen zijn.
Mos - Vrouwkje Tuinman (Uit : Receptie)