geweld
dat heb ik afgezworen,
die heksenketel in mijn hoofd.
Voor de angst heb ik de deur gesloten.
De hoop een witte duif in mijn hart.
Ik daalde af in de diepte,
in de stilte.
Ik vond er niet
het roze,
het groen,
het bonte lila
de bruidsjapon der besneeuwde bergen.
ik riep de rust
zij kwam niet,
de tijd
een lege haven.
Ook al voel ik het witte paard niet onder mij
de stad is van u.
Laat mij bergen met blauwe hyacinten.
Ach, die heksenketel in mijn hoofd.
Om aan de toorn te ontkomen
dool ik rond
een geest
in straten en stegen
op zoek naar rust
ik zocht, maar vond niet.
Wie is het die mij deze wegen opsleept
waar zelfs een ezel niet wil gaan?
Ook al voel ik het witte paard niet onder mij
ik ben bereid
besneeuwde bergen te beklimmen.
Als het er maar naar rozen ruikt
of narcissen
op de toppen.
Waar de wind klinkt als een herdersfluit
waar de wolken mijn gezicht strelen
dan weet ik, de hemel is dichtbij
als een
warm vogelnestje.
luister, ik zeg u - Halil Gür (Uit : Wakker het vuur niet aan)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten